De reis naar ‘Carbon Modelling’ van Vanheede Environment Group met Greenfish, part of Accenture
Onze ambitie is om de positieve klimaatimpact van Vanheede Environment Group te maximaliseren. De lancering van het Carbon Smart Economyprogramma in 2019 was de eerste stap om die belofte waar te maken. Het programma bestaat uit vier subprogramma’s: ‘Carbon Modelling’, energietransiti e in processen, energietransitie in transport en hernieuwbare energie.
Het subprogramma ‘Carbon Modelling’ is bedoeld om inzicht te verschaffen in onze eigen klimaatvoetafdruk en deze van onze sector. In samenwerking met Greenfish, part of Accenture, zijn we volop bezig met het beter in kaart brengen van onze klimaatimpact en het opstellen van een ambitieus actieplan om onze bedrijfsemissies te verminderen.
De voordelen die we eruit halen, willen we uitbreiden naar onze stakeholders en hen ondersteunen bij de inspanningen die ze zelf leveren op het vlak van ‘carbon modelling’ en decarbonisatie.
Van emissierapporten naar emissiereductie
Nadat we in 2022 de emissie-inventaris voor basisjaar 2021 hebben opgesteld en bijgewerkt, lag onze focus het afgelopen jaar op het toekomst- en actiegericht maken van dit rapport. Dankzij onze geautomatiseerde berekeningstool konden we de gegevensinvoer voor 2023 stroomlijnen en de berekeningen automatiseren, waardoor we klaar zijn voor evoluerende rapporteringsnormen. Aangezien de emissies op vier niveaus (groep, site, legale entiteit, Business Unit) worden bijgehouden, was onze methodologie voor de berekeningen al pragmatisch, maar een hogere granulariteit van de gegevens tilt dit naar een nog hoger niveau. Bijgevolg geven de berekeningen een beter beeld van de impact van groene initiatieven, waardoor we onze klimaatvoortgang nauwgezet kunnen opvolgen.
Met deze verfijnde rapportage streven we ernaar de kloof tussen theoretische emissiecijfers en daadwerkelijke acties te overbruggen. Ons doel is onze eigen berekeningsresultaten te benutten om onze upstreamen downstreampartners te ondersteunen in hun decarbonisatie-inspanningen. We hebben een eerste stap richting ons doel gezet door onze bedrijfsemissies te koppelen aan de 56 afvalstoffenfamilies die we beheren. Op deze manier kunnen we onze klanteninformeren over de hoeveelheid gegenereerde emissies tijdens de verwerking van hun afval, en bijgevolg transparantie in onze activiteiten verhogen en accountability in onze waardeketen stimuleren.
Context 1 – Waar wordt rekening mee gehouden in onze broeikasgasinventaris?
In totaal worden 19 emissiecategorieën berekend en geconsolideerd in 3 scopes: Scope 1: emissies die vrijkomen bij de verbranding van gas en brandstof in de activa die eigendom zijn van Vanheede (zowel installaties als voertuigen op fossiele brandstoffen). Scope 2: emissies die voortvloeien uit de opwekking van elektriciteit die wordt aangekocht en verbruikt in de activa die eigendom zijn van Vanheede (zowel installaties als elektrische voertuigen). Scope 3: emissies gegenereerd door Tier 1-leveranciers en klanten. Binnen Scope 3 werden investeringen in vaste activa apart gegroepeerd onder een afzonderlijke subcategorie: Scope 3b. Emissies van nieuwe gebouwen en installaties maken nog steeds deel uit van Scope 3, maar door de creatie van deze specifieke categorie kunnen we grote schommelingen in investeringen afscheiden van de – meer consistente – broeikasgasinventaris.
Context 2 – De grenzen van de inventaris
Op geografisch vlak richt de corporate inventaris zich op de activiteiten van Vanheede in België en Frankrijk.
Op operationeel niveau zijn 15 Vanheede-sites, 12 legale entiteiten en 9 Business Units in rekening genomen.
Niet alleen de antropogene emissies veroorzaakt door menselijke activiteit vallen binnen de scope. Ook de natuurlijke biogene emissies werden berekend, hoewel deze apart werden gerapporteerd. Deze laatste houden verband met biogas uit de stortplaats, biomethanisatie en biobrandstof. Voor meer informatie over de scope van deze oefening en alle in aanmerking genomen emissiebronnen verwijzen we graag naar het duurzaamheidsrapport van 2022-2023.
Emissierapport 2023
In 2023 registreerde Vanheede een totaal van 61.420 ton CO2e in de corporate emissie-inventaris. Bijna een derde van de emissies is afkomstig van het transport van afval met voertuigen van Vanheede (Scope 1), terwijl slechts 3% wordt toegeschreven aan aangekochte elektriciteit (Scope 2). Het grootste deel van de emissies van Vanheede houdt verband met activiteiten binnen onze waardeketen (Scope 3), met name met de aankoop van gebruiksgoederen en kapitaalgoederen, alsook met investeringen in vaste activa. Deze laatste worden apart gerapporteerd in Scope 3b, gezien de hoge volatiliteit van de categorie over de jaren heen.
In vergelijking met voorgaande jaren kan er in absolute termen een lichte toename in de totale corporate emissie-inventaris worden waargenomen. In 2023 lagen de emissies van Vanheede op hetzelfde niveau als in 2022. Er zijn echter twee significante verschillen waargenomen tussen de emissiescopes:
De Scope 1 vluchtige emissies zagen een significante daling van 3.000 tCO2e in 2023. Deze reductie kan worden toegeschreven aan de biogasoutput van onze bio-vergistingsinstallatie in Quévy. In 2023 werd er minder biogas omgezet naar aardgas door middel van onze zuiveringsinstallatie, waardoor er tijdens het proces minder methaan in de atmosfeer kwam.
De Scope 3b-emissies zijn tussen 2022 en 2023 meer dan verdubbeld, hetzij met bijna 5.000 tCO2e. Deze trend is conform met de verdubbeling van onze investeringen in nieuwe installaties over dezelfde periode. Anticiperend op toekomstige investeringen, verwachten we verdere schommelingen in Scope 3b-emissies. Dit onderstreept de bedoeling van de afscheiding van investeringen in vaste activa van andere Scope 3-categorieën.
Ondanks de toename van 100 tCO2e in absolute emissies, beginnen de reductieinspanningen van Vanheede hun vruchten af te werpen. Rekening houdend met de absolute groei van onze activiteiten, zien we een relatieve daling in emissies. Als we de totale uitstoot van Scope 1, 2 en 3a in overeen stemming brengen met het aantal voltijdsequivalenten (FTE’s), de geconsolideerde omzet en de hoeveelheid verwerkt afval, dan tonen alle ratio’s een relatieve daling van de emissies in vergelijking met het basisjaar (2021). Scope 3b is buiten beschouwing gelaten, omdat de jaarlijkse fluctuatie van de investeringen de analyse kan vertekenen.
Context 3 – Zijn de berekeningen van voorgaande jaren bijgewerkt?
Ja, de berekeningen van de voorgaande jaren zijn lichtjes verfijnd om op één lijn te liggen met de nieuwe berekeningen voor 2023. Het gaat daarbij in het bijzonder om de retroactieve toevoeging van een aantal producten, zoals klein materieel en kantoorbenodigdheden, en updates van recyclagepercentages voor bepaalde items. De belangrijkste aanpassing betreft de integratie van een inflatiefactor voor berekeningen gebaseerd op monetaire uitgaven. Aangezien we echter streven naar minimale afhankelijkheid van monetaire input, is het verschil tussen de bijgewerkte en oorspronkelijke emissietotalen verwaarloosbaar. De herziene jaarlijkse voetafdruk van de voorbije jaren bedraagt nu 61.343 ton CO2e voor 2022 (voorheen 60.660 tCO2e) en 58.971 ton CO2e voor 2021 (voorheen 56.494 tCO2e).
Relatieve resultaten van de corporate emissie-inventaris (Scope 1, 2, 3a)
2021
2022
2023
unit
Emissies/FTE
64
67
60
tCO2e/FTE
Emissies/m€ geconsolideerde omzet
300
286
234
tCO2e/mEUR
Emissies/ton ingezameld, gesorteerd of verwerkt afval
48
51
43
kgCO2e/t
Impact van ons emissiereductieplan
Voor onze emissieberekeningen baseren we ons op de meest gedetailleerde data van onze activiteiten, zodat de werkelijke effecten van onze groene initiatieven nauwkeurig worden weerspiegeld in onze berekeningen. Op die manier zorgen we ervoor dat het verminderen van koolstofemissies een belangrijke factor is in onze besluitvormingsprocessen. De inspanningen die we leveren om de CO2-uitstoot te verlagen, zijn zichtbaar in het afnemende totaal van verschillende emissiecategorieën.
De verdere elektrificatie van ons wagenpark verlaagt de Scope 1-emissies van mobiele brandstofverbranding. Het brandstofverbruik is de afgelopen twee jaar gestaag afgenomen, wat in 2023 leidde tot een emissiereductie van 4% in vergelijking met 2021. Parallel hiermee stijgen de Scope 2-emissies van mobiel elektriciteitsverbruik door de toename in het opladen van elektrische voertuigen. Naarmate we personenwagens, interne logistieke voertuigen en in de toekomst ook vrachtwagens verder elektrificeren, zal deze transitie de komende jaren steeds zichtbaarder worden.
Ook in Scope 3 beginnen onze reductie-initi ati even zich duidelijk te tonen. We geven waar mogelijk prioriteit aan goederen met een hoger recyclagegehalte. Met name voor plastic containers en afvalzakken benutten we geleidelijk het reductiepotentieel van gerecycled plastic. In de loop van 2023 steeg het recyclagegehalte van verschillende wegwerpartikelen van 90% naar 95%, wat resulteerde in een emissiereductie van 25% voor de productie van deze producten. Naarmate we alternatieven voor virgin materiaal verkennen, zal deze trend zich steeds meer manifesteren in onze Scope 3-emissies.
Nu de impact van onze decarbonisatie-initi ati even zichtbaar is in de berekeningsresultaten, ondersteunt ons koolstofmodel de emissiereductieinspanningen van de drie andere subprogramma’s: energietransitie in processen, energietransitie in transport en hernieuwbare energie. We zetten nu onze reis naar een ‘Carbon Smart Economy’ verder door deze individuele inspanningen op bedrijfsniveau te consolideren. Zo kunnen we ambitieuze maar haalbare doelen definiëren voor het verminderen van onze corporate broeikasgasemissies. Hiertoe organiseerden we een Carbon Smart Economy hackathon. Tijdens deze dag discussieerden we over de reductiemogelijkheden en de klimaatambitie. Binnenkort willen we onze collectieve ambitie omzett en in concrete doelen die zijn afgestemd op het Klimaatakkoord van Parijs.
Collectieve acties tegen afvalemissies
In ons streven naar een maximale positieve impact van onze sector, richten we ons in de eerste plaats op het minimaliseren van onze eigen negatieve klimaatimpact. De afvalsector maakt echter het vermijden van emissies in veel andere sectoren mogelijk. Geïnspireerd door de Denuo-klimaatstudie van 2023, hebben we daarom de volledige afvalverwerkingsemissies en vermeden emissies voor alle 56 afvalstoffenfamilies die we beheren, berekend. Hieronder leggen we de methodologie uit aan de hand van het model dat vorig jaar werd geïntroduceerd.
De corporate inventaris van Vanheede (in geel) werd gebruikt om onze operati onele emissies (bijvoorbeeld van transport) toe te wijzen aan elke afvalstoffenfamilie. Deze Vanheede-emissies worden aangevuld met de emissies die worden gegenereerd door onze downstream partners die de resterende verwerkingsstappen afhandelen (in paars). Zo hebben we voor elke afvalstoffenfamilie en de bijbehorende verwerkingsopties een overzicht gemaakt van de emissies van Vanheede en van de downstream partners (linkerkant van de weegschaal).
Bovendien hebben we op basis van marktgemiddelden een inschatting gemaakt van de vermeden emissies voor elke afvalstoffenfamilie en verwerkingsmethode (rechterkant van de weegschaal). Gezamenlijk biedt dit model inzicht in de netto klimaatimpact van Vanheede. In lijn met de Denuo-studie, hoewel conservatiever, is de algemene uitkomst dat voor elke ton CO2 gegenereerd door Vanheede en/of onze downstream partners, 1,5 ton CO2 elders wordt vermeden. Met dit als uitgangspunt zullen we streven naar een continue verhoging van onze positieve impact om tegen 2030 drie keer meer emissies te vermijden dan er worden uitgestoten, zoals uiteengezet in ons Recycling Revolution-initiatief.
Context 4 – Hoe de afvalsector emissies in andere sectoren vermijdt
Door materiaal- en energieterugwinning vermijden afvalverwerkingsbedrijven dat afval wordt verwijderd zonder enige valorisatie. De teruggewonnen hulpbronnen kunnen dienen als secundaire grondstoffen in verschillende andere industrieën. Ze vervangen primaire grondstoffen, zoals steenkool of virgin staal, en vermijden bijgevolg de emissies van ontginning en productie.
Toch valt op te merken dat de inschatting van vermeden emissies veel minder accuraat is dan de inschatting van de werkelijke emissies. Bovendien kunnen vermeden emissies niet worden geclaimd om lagere werkelijke emissies te rapporteren.
Vooruitkijken naar de toekomst
Hoewel de absolute broeikasgasvoetafdruk van Vanheede in 2023 lichtjes is gestegen, tonen de resultaten een daling in verschillende emissiebronnen dankzij onze mitigatie-inspanningen. Met behulp van onze geautomatiseerde berekeningstool zijn we goed uitgerust om onze voortgang nauwlettend te volgen en de berekeningen te verfijnen om zo onze lopende reductieinitiatieven te weerspiegelen.
Door verder te kijken dan onze eigen corporate emissie-inventaris hebben we een grote stap gezet richting een volledig begrip van de klimaatimpact van onze waardeketen. Zo hebben we de verwerkingsemissies van onze partners en de vermeden emissies in kaart gebracht. Vooruitkijkend naar de toekomst delen we onze inzichten met onze stakeholders. Ons doel is om klanten een nauwkeurig rapport te bezorgen van de emissies die verband houden met hun afvalproductie en hen in staat te stellen om hun eigen koolstofvoetafdruk aan te pakken. Hiertoe hebben we een pilootproject opgestart om de emissiegegevens van de afvalstoffenfamilie te vertalen naar klantniveau. Het is onze bedoeling om deze inzichten tegen 2025 aan alle Vanheede-klanten te leveren.
De afvalsector heeft een belangrijke rol te spelen om de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden. Het bereiken van dit doel vergt echter een nauwere samenwerking tussen alle stakeholders om de impact van reductie-initiatieven te maximaliseren én op basis van gedeelde data emissies nauwkeurig te rapporteren. Vanheede wil graag haar inzichten delen met de bredere waardeketen om zo samenwerking te sti muleren.